Prototype 1

Als eerste prototype deed ik een korte test waarin ik een vriendin een selfie en een zelfportret liet maken. Wanneer ze dit had gedaan stuurde ik haar een vragenlijst die ging over het maken van de foto. Met de vraag of ze deze vragenlijst zowel voor de selfie als voor het zelfportret wou invullen. Ik was benieuwd hoeveel verschil ertussen deze twee zouden zitten.

 

Wat me hieruit is opgevallen:

 

Vraag 2. Heb je gelet op de compositie van de foto? 

(Denk aan: de hoek van de camera, jezelf in verhouding tot de achtergrond etc.)

Hierbij heeft ze aan meer dingen gedacht bij het maken van het zelfportret. Daarbij was ze ook bezig met hoe het licht viel.

 

Vraag 3. Hoe veel foto’s heb je gemaakt totdat je er een goede tussen vond zitten en waar basseer je dat op? 

Bij de selfie heeft ze 12 foto’s gemaakt en bij het zelfportret 54 foto’s. Opvallend is dat ze voor het zelfportret veel meer foto’s heeft gemaakt als voor de selfie. Hierdoor lijkt het alsof ze sneller tevreden was met de selfie als met het zelfportret.

​

Lees hier haar antwoorden op alle vragen.

 

Voorderest kwamen uit de vragen niet hele verschillende antwoorden. Ik merkte dat het verschil tussen de twee misschien helemaal niet zo interessant is. Daarom laat ik het gedeelte van de selfie zitten. Want ik juist interessant vind is dat iemand nadenkt waarom die een foto maakt. Want daar gaat het me meer om. De bewustwording van waarom we foto’s maken en dat dit ook op een andere manier kan als hoe we dit bijvoorbeeld doen om op de sociale media te plaatsen. 

 

Deze test heb ik vervolgens ook gedaan met het groepje van de ontwerponderzoek lessen. Hierbij heb ik alleen de selfie weggelaten.